Abstract
Deze studie gaat over het gebruik van het contrast licht en duisternis in de Dode Zeerollen en de paulinische literatuur. Het onderzoekt de mate waarin het contrast bijdroeg aan de vorming van groepsidentiteit van de gemeenschappen aan wie deze literatuur gericht was.
Het onderzoek maakt gebruik van inzichten uit metafoortheorieën en sociolinguïstiek. De keuze voor inzichten uit metafoortheorieën ligt voor de hand, omdat licht en duisternis in de onderzochte passages steeds metaforen zijn. Inzichten uit de sociolinguïstiek zijn nuttig om de impact van taalhandelingen – het gebruik van het contrast licht en duisternis – op groepsidentiteit te onderzoeken.
De metafooranalyse maakt aannemelijk dat licht en duisternis onder meer ethische, cognitieve, relationele en eschatologische associaties opriepen. De kwalificatie ‘licht’ geeft aan de getypeerde ingroup een morele, cognitieve, relationele en eschatologische superioriteit. De kwalificatie ‘duisternis’ daarentegen roept het tegenovergestelde op. Met de taalhandeling van één contrast kan de eigen groep zich dus op meerdere terreinen onderscheiden van andere groepen. Tegelijk blijkt in de met licht en duisternis getypeerde groepen een diversiteit schuil te gaan die door het contrast naar de achtergrond gedrukt wordt ten faveure van een onderscheid tussen de ingroup en een outgroup. Dit maakt de sociolinguïstische analyse zichtbaar. Het proefschrift eindigt met een vergelijking van het onderscheiden gebruik van het contrast tussen licht en duisternis.
Het onderzoek sluit enerzijds aan bij trends in het vakgebied van de Dode Zeerollen en het Nieuwe Testament om de relatie tussen taal en identiteit te verhelderen met metafoortheoretisch en sociolinguïstisch gereedschap, anderzijds vormt deze studie een tegenindicatie dat overeenkomsten op taalniveau (het gebruik van het contrast) noodzakelijk wijzen op onderlinge beïnvloeding of afhankelijkheid van de onderzochte bronnen.
Het onderzoek maakt gebruik van inzichten uit metafoortheorieën en sociolinguïstiek. De keuze voor inzichten uit metafoortheorieën ligt voor de hand, omdat licht en duisternis in de onderzochte passages steeds metaforen zijn. Inzichten uit de sociolinguïstiek zijn nuttig om de impact van taalhandelingen – het gebruik van het contrast licht en duisternis – op groepsidentiteit te onderzoeken.
De metafooranalyse maakt aannemelijk dat licht en duisternis onder meer ethische, cognitieve, relationele en eschatologische associaties opriepen. De kwalificatie ‘licht’ geeft aan de getypeerde ingroup een morele, cognitieve, relationele en eschatologische superioriteit. De kwalificatie ‘duisternis’ daarentegen roept het tegenovergestelde op. Met de taalhandeling van één contrast kan de eigen groep zich dus op meerdere terreinen onderscheiden van andere groepen. Tegelijk blijkt in de met licht en duisternis getypeerde groepen een diversiteit schuil te gaan die door het contrast naar de achtergrond gedrukt wordt ten faveure van een onderscheid tussen de ingroup en een outgroup. Dit maakt de sociolinguïstische analyse zichtbaar. Het proefschrift eindigt met een vergelijking van het onderscheiden gebruik van het contrast tussen licht en duisternis.
Het onderzoek sluit enerzijds aan bij trends in het vakgebied van de Dode Zeerollen en het Nieuwe Testament om de relatie tussen taal en identiteit te verhelderen met metafoortheoretisch en sociolinguïstisch gereedschap, anderzijds vormt deze studie een tegenindicatie dat overeenkomsten op taalniveau (het gebruik van het contrast) noodzakelijk wijzen op onderlinge beïnvloeding of afhankelijkheid van de onderzochte bronnen.
Original language | Dutch |
---|---|
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 12 Dec 2024 |
Publication status | Published - 12 Dec 2024 |